Spaanse Pyreneeën - Ongerepte Natuur - voor ieder wat wils!
Voor iedereen is er wel een ideaal plekje te vinden in de Pyreneeën. De bergketen met een lengte van hemelsbreed 450 kilometer, strekt zich uit tussen de Cantabrische- en de Middellandse Zee en scheidt Spanje en Frankrijk. Het Spaanse deel van het gebergte omdat een oppervlakte van 15.000 km, incl. het Pyreneese voorgebergte van de regio's Navarra, Aragón en Catalonië
De Pyreneeën vertoont voor Europa een ongeëvenaarde diversiteit aan landschappen. Tussen de rustgevende stranden van de Middellandse Zee en de woestere kust van de Atlantische Oceaan liggen gebieden met groene weiden, pieken met eeuwige sneeuw, zinderende ravijnen en kale rotsen, stroken dicht bosland, vreemd geërodeerde kalkstenen formaties en kloven die zo smal zijn en met planten overwoekerd dat er nauwelijks licht in doordringt. In het gebied zijn grote klimaatverschillen. Het westelijk gedeelte van de Pyreneeën wordt gekenmerkt door overvloeidige regenval, terwijl in het zuiden vaak genoten kan worden van onbewolkte luchten. De centrale massieven en dalen zijn onderhevig aan lange strenge winters met sneeuwval van september/oktober tot april/mei
De Bergen - goed te beklimmen
De bergen zijn uitdagend en uitnodigend. De meeste toppen zijn door erosie afgerond, en zijn zelfs voor mensen met weinig ervaring, goed te beklimmen. De Aneto, met 3404 m, is de hoogste top van de Pyreneeën, en is haalbaar voor elke vastberaden wandelaar met het juiste materiaal, net als de naastgelegen pieken Posets, Monte Perdio en Vignemale
Twee Nationale Parken - Geliefde Vallei Ordesa
Er zijn twee beschermde Nationale Parken in het gebied: het park van Ordesa y Monte Perdido, aan de bron van de rivieren de Ara en de Cinca (Huesca) en het park van Aigües Tortes i Estany de Sant Maurici in de gewesten Alta Ribagorza en Alt Pallars. De schitterende, 800 m diepe Valle de Ordesa, trekt met recht honderdduizenden bezoekers per jaar en kan worden doorkruist over gemakkelijke voetpaden
Wilde wateren - vlot varen - raften
Als je je bij een groep aansluit, kan je een van de wildste rivieren van de Pyreneeën, de Noguera Pallaresa in Catalonië, per vlot afvaren. Het is ook een geliefde plek om te raften en er worde internatione wedstrijden gehouden
Flora & Fauna
De bergen en valleien worden bedekt door een groen tapijt gevormd door bomen- en plantensoorten als wijnranken en olijfbomen in de gematigde zones tot aan mos op de hoge topen. Bossen zijn er tot op 2300 m, met als bijzonder fraaie voorbeelden het Woud van Irati en de coniferenbossen van het Dal van Santa Magdalena
De fauna is zeer gevarieerd. In de bossen leven herten en everzwijn en op de rotsen gemzen. In de dichtste wouden zijn er zelfs nog een afnemend aantal bruine beren en Pyreneese steenbokken, die uitstekend worden beschermd. In de lucht vliegen gieren, adelaars en andere roofvogels. Op sommige plekken is zelfs de lammergier te zien
Menselijke bewoning
Sporen van menselijke bewoning zijn in de Pyreneeën duizenden jaren ouder dan de geschreven geschiedenis. Van de prehistorie tot aan de 19e eeuw is het een doorgangsgebied geweest van volkeren op weg naar Europa (Capsiënsers, Iberiërs, Carthagers en Islamieten) en andersom (Kelten, Germanen, Romeinen, Sueven, Vandalen, Visigoten en Fransen). Sommigen zijn gebleven en op de vlaktes gaan wonen. Allen hebben hun sporen achtergelaten in de bergen
De Pyreneeën worden schaars bevolkt door boeren die zich met de veeteelt, en in mindere mate, met de akkerbouw bezighouden. De toeristische sector is erg gegroeid. Voor wat betreft de taal wordt in het noorden van Navarra Baskisch gesproken en Castilliaans in het Centrale gedeelte van de bergen, terwijl meer naar het oosten langs de rivier Noguëra Ribargorzana Catalaans als voertaal wordt gebruikt
Architectonische hoogpunten
zijn de zeer bijzondere Romaanse kerken, waar er letterlijk honderden van zijn, waaronder beroemde voorbeelden als de Santa Maria de Ripoll, de Sant Climent in Taüll en vele anderen in de Noguera de Tort-vallei, waaronder de San Juan de la Peña. In het westelijk deel van de bergketen getuigen vele monumenten van de duizenden pelgrims die in de Middeleeuwen de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela in Galicië volgden, over de beroemde Puerto de Ibañeta bij Roncesvalles, of de nabijgelegen Col de Somport.
Beste tijd om te bezoeken
In de Pyreneeën is er in alle seizoenen iets te doen. Als er sneeuw ligt, komt het skiseizoen in februari op gang, terwijl de lente de tijd is voor langlaufen. Zodra het gaat dooien, kan men zich overgeven aan raften en kanovaren, waarna het lange, zomerse wandelseizoen begint. Het is ook de aangewezen tijd om paard te rijden, te fietsen en de gewaagdere sporten als canyoning en parapente te beoefenen. In de herfst liggen de bergpaden er verlaten bij voor de eenzame wandelaar die niet opziet tegen een sneeuwbui
De beste tijd om de Pyreneeën te bezoeken, hangt dus af wat je er wilt doen, maar probeer wel als dat kan, de Franse en Spaanse vakantieperiode te vermijden, die lopen van half juli tot eind augstus. Het is het beste om na deze drukke tijd te komen dan ervoor: het voorjaar en de herfst zijn even rustig, maar de hogere passen kunnen tot in juli gestremd zijn en in september zijn alle bergpaden nog begaanbaar